Dit jaar is eigenaar/directeur Paul Haighton tien jaar verbonden aan Spant. In die tien jaar is er veel gebeurd. Onder zijn leiding werd Spant een van de eerste volledig zelfstandige theaters in Nederland. Hij bewees, samen met zijn compagnon Bert Dijkstra, dat cultuur en commercie goed hand in hand gaan. Net als duurzaamheid en goed ondernemerschap. Tijd voor een terugblik.
Het begin
‘Die tien jaar zijn werkelijk voorbij gevlogen. En wat heb ik veel geleerd in die tijd. Ik kom uit de hotelbranche, dus het theater was voor mij echt even wennen. Ik herinner me een ontmoeting met Herman van Veen in de eerste week dat ik hier werkte. We hadden een praatje na afloop van zijn show. Hij vroeg me wat ik van zijn optreden vond. Ik durfde die vraag eigenlijk nauwelijks te beantwoorden. Wat had zo’n theatergrootheid nou aan mijn mening? Al snel kwam ik erachter dat grote artiesten ook mensen zijn met vragen en onzekerheden over hun werk. Het zijn mensen die keihard werken, open staan voor kritiek en zichzelf altijd willen verbeteren. Kortom, mensen met passie voor hun vak. Grappig om te merken dat ze daarin niet veel verschillen van mezelf en de mensen in mijn team.’
Gastvrijheid
‘Toen ik aantrad als algemeen directeur bij Spant was mijn opdracht om zowel het theater als de zakelijke tak succesvoller te maken. We hebben onder meer flink geïnvesteerd in de faciliteiten voor de artiesten en gezorgd voor een goede programmering. En we hebben ook hard gewerkt om het theaterbezoek voor het publiek nog aangenamer te maken. En dan bedoel ik de complete ervaring; van de garderobe als je binnenkomt, tot het drankje na afloop. En daar kwam mijn oude vak natuurlijk om de hoek kijken: hospitality. Of gastvrijheid, in goed Nederlands. Waar dat voor mij op neerkomt, is dat je altijd net een stap verder gaat. Je voldoet niet alleen aan de verwachting van een klant, je gaat er overheen. Een bezoek aan het theater is meer dan de show
waar je voor komt. Het is een avondje uit. Daarom besteden wij veel aandacht aan de aankleding van het theater. Bijvoorbeeld altijd verse bloemen, altijd bijzondere exposities aan de muur. Daarnaast is het ook gewoon een kwestie van topservice: vriendelijke medewerkers, koffie die beter smaakt dan thuis, mooi servies. Enfin.. zo kan ik nog wel even doorgaan.’
Hard werken wordt beloond
‘Ook in de congres- en evenemententak hebben we een grote professionaliseringsslag gemaakt. Om het oneerbiedig te zeggen, tien jaar geleden hing dat er nog een beetje bij. Nu is het juist het fundament onder ons bedrijf.
Zelfstandig, onafhankelijk theater
‘In 2011, op het dieptepunt van de crisis, heb ik een van de spannendste, maar achteraf beste beslissingen uit mijn leven gemaakt. Samen met mijn compagnon Bert Dijkstra, toen financieel directeur, hebben we de exploitatie van Spant overgenomen van de gemeente Bussum. Die overname heeft een jaar geduurd. Het was een bewogen, maar geweldig jaar. Het begon allemaal toen ik werd gepolst voor een andere baan. Het was zonder meer een mooie kans, maar ik merkte dat ik helemaal niet weg wilde bij Spant. Bert had mij wel eens verteld dat hij graag voor zichzelf wilde beginnen. En ik wilde ook nog een stap maken. We hebben de koppen bij elkaar gestoken en het plan uitgewerkt om eigenaren van Spant te worden. Het was een enorme uitdaging, vooral omdat in Nederland nog geen enkel theater op deze manier zelfstandig draaide. We hebben echt samen het wiel uit moeten vinden. Toen we de medewerkers vertelden over onze plannen voor een buy out regeerden zij meteen heel enthousiast. Dat was hartverwarmend. Het sterkte ons in het idee dat we op de goede weg zaten. We hebben veel aan ons gedreven team te danken.’
Too important to fail
‘Het kostte meer moeite om de gemeente Bussum te overtuigen. De gemeente reageerde terecht met enige reserve op ons plan om het theater te kopen. Een theater is voor een stad of dorp immers ontzettend belangrijk. Het is het hart van het culturele leven. Too important to fail, werd er gezegd. Dat hebben we heel serieus genomen. We hebben in onze plannen gewaarborgd dat alle aspecten van het theater behouden zouden blijven. Dus niet alleen ruimte voor populaire shows, maar ook voor kleine, artistieke producties. En heel belangrijk voor de gemeente: ruimte voor optredens van de plaatselijke operette-, muziek- en toneelvereniging. Door dat mee te nemen in ons zakelijk voorstel, hebben we het vertrouwen gewonnen. En gelukkig hebben we niemand teleurgesteld. Spant is een onafhankelijk, financieel gezond bedrijf geworden met een uitgebreid cultureel aanbod. We krijgen nog wel subsidie, maar veel minder dan voor de verzelfstandiging. Kortom, iedereen – ook de gemeente – is er beter van geworden.’
Duurzaamheid
‘Vanaf het moment dat Bert en ik eigenaren werden, zijn we begonnen aan de vergroening van Spant. We merkten dat het groene ondernemen voet aan de grond begon te krijgen. En wij waren er beiden van overtuigd dat dit een goede manier is om een verandering tot stand te brengen. We gingen over op groene stroom, groen pendelvoer, ledverlichting en installeerden een warmteterugwin-installatie. Ik denk dat veel theaterbezoekers het niet weten, maar een bezoek aan Spant is co2-neutraal. De co-2 die we nog uitstoten compenseren we namelijk.
Waar ik ook heel trots op ben, is onze nieuwe keuken. Chef-kok Joost van Rijswijk bereidt gerechten met maximale smaak, maar ook met maximale aandacht voor de omgeving. Hij gebruikt zoveel mogelijk regionale producten, voorkomt voedselverspilling en streeft de 70-30 regel na: 70 procent groente, 30 procent vlees of vis. Eerlijk gezegd, was ik als vleesliefhebber voor dat laatste aanvankelijk een beetje huiverig. Maar ik vind het fantastisch! Het is ontzettend lekker en verrassend. Diezelfde reactie krijg ik overigens vaak op het biologisch bier van Gulpener dat wij schenken. Geen voor de hand liggende keuze, maar wij geloven in het concept. Ik zie dat groen ondernemen echt werkt. Steeds vaker wordt er bijvoorbeeld bij aanbestedingen ook gekeken naar hoe duurzaam een bedrijf is. Zo houden we elkaar scherp. Mooi!’
Toekomst
‘Na tien jaar Spant is het werk voor mij nog altijd even uitdagend als in het begin. Dat komt omdat we nooit klaar zijn. Niet op het gebied van ondernemen en niet op het gebied van duurzaamheid. Het ene doel is behaald, het andere doel is al weer gezet. Er staat een geweldig bedrijf, maar we kunnen zeker niet op onze lauweren rusten. Ondertussen hebben Bert en ik de ambitie om de komende jaren uit te breiden. We hebben hiervoor de organisatie Coulissen bv opgericht. Hiermee voeren we nu gesprekken met theaters en gemeenten om ook andere theaters te gaan exploiteren. Als culturele ondernemers geloven wij in de toekomst en het belang van de lokale en regionale theaters in Nederland. Bundeling van krachten is noodzakelijk om een gezonde toekomst van het lokale theater blijvend te kunnen garanderen. We zijn er samen rotsvast van overtuigd dat de visie achter Coulissen voor veel kleine en middelgrote gemeenten echt een uitkomst kan zijn. Ik krijg enorme energie van de positieve reacties op onze plannen en kijk er naar uit om hier de komende jaren mee aan de slag te gaan.’