Interview: Marjolijn van Kooten & Bert Visscher

Hij heeft een stralend humeur. Zij ook. Bert Visscher (heel bekend) en Marjolijn van Kooten (minder bekend) komen elkaar tegen in de artiestenfoyer van de Haagse Koninklijke Schouwburg. Buiten op het Lange Voorhout barsten duizenden hyacinten de lente tegemoet.

Bert & Marjolein 50 jaar Spant

“Holy Man, er is zoveel gebeurd in die halve eeuw” zegt Bert. “Toen ik voor het eerst naar cabaret ging was ik 16. Ging ik naar Don Quishocking met George Groot. En naar cabaret Ivo de Wijs. Ietsje later naar Bram en Freek. Toon Hermans en Herman van Veen was ik ook gek van. En Paul van Vliet. Er waren toen nog niet zoveel vrouwen aan het cabaret, Ja, Jasperina de Jong. Geweldig wijf.”

“Het vak is ontzettend breed geworden. Wat is tegenwoordig nog cabaret? Wat ik doe, is dat ook niet. Vroeger kwam je als beginnend ‘cabaretiertje’ de schouwburg niet in. Als iemand nu een succesvol eerste solootje heeft, dan staat hij of zij gelijk in de grote zaal van een theater. Zeker als je eerst even bij De Wereld Draait Door heb gezeten. Televisie is vandaag de dag de grootste opstap naar het krijgen van applaus.”

Commentaar

In niks blijkt dat Marjolijn maar enigszins tegen de ‘grote’ Bert Visscher op ziet. Regelmatig vult zij aan wat hij zegt aan of geeft ze commentaar. En omgekeerd. “Mijn eerste voorstelling werd geregisseerd door Martin van Waardenberg” zegt Marjolijn. “ Heb ik zoveel van geleerd. Ik keek ook naar hem (wijst op Bert naast haar) en Brigitte Kaandorp. En naar opnames van Herman van Veen. Keer op keer terug kijken. Van Bram Vermeulen heb ik alles gehoord. Dat was een man met een randje op zijn stem. Zoals ook Maarten van Roozendaal en Thé Lau.”

“Verdomme, die zijn al overleden” geeft Bert als commentaar.

Anders

De grappen zijn anders geworden. Het was vroeger allemaal een beetje braaf en voorspelbaar. Totdat Bram en Freek kwamen. Aldus Bert. “Die begonnen tegen allerlei heilige huisjes aan te schoppen. Ook tegen het Koninklijk Huis. Er werd stevig gevloekt, gescholden en stelling genomen. Over de dictatuur in Argentinië bijvoorbeeld. Schande, over Nederland en het WK van toen. Daar gingen Freek en Bram flink op los. Als ik nu naar Theo Maasen en Hans Teeuwen ga, dan liegt het er ook niet om. Alles kan. Alles wordt gezegd. Niemand neemt een blad voor de mond. In de tijd dat ik nog speelde in jeugdhonken en buurthuizen moest ik smeken of de flipperkast uit mocht. Speelde ik vaak voor dronkenlappen die te diep in het glaasje hadden gekeken.”

Paniek en depressie

Ook Marjolijn speelt nu voor uitverkochte zalen. Al zijn dat kleine zalen. “Drie jaar geleden was ik blij als er vijftig man zat, maar nu zit het gelukkig lekker vol. Ik wil het taboe op de psychiatrie doorbreken. Vanuit mijn eigen ervaring. Daarom maak ik psychiatrisch cabaret. Na afloop zeggen de mensen dat ze dat allemáál herkennen, ook als ze niets mankeren. Dat is logisch, want hoewel ik de problematiek natuurlijk wel een beetje uitvergroot; angsten heeft iedereen. Ik wil daar grappen over maken. Mijn vorige programma ging over paniek, nu gaat het over depressie. En de angst om terug te vallen. Daar met z’n allen over lachen, vind ik bijzonder.”

“Het was brááf. Tot Bram en Freek kwamen…”

Van tien tot twintig man

Ook Bert zijn carrière ging niet snel “Ik begon met tien man publiek, het jaar erop zaten er misschien twintig. Er was nog geen televisie. Maar door dat langzame groeien leerde je het vak wel met vallen en opstaan. Dat mijn programma’s bijna altijd uitverkocht zijn, is natuurlijk geweldig. Ik ben ook wel eens grieperig, maar als ik de parkeerplaats dan weer vol zie rijden, dan komt de zin vanzelf. Griep of geen griep. Ik voel me in Spant overigens altijd kiplekker. Prachtig theater. Fijn publiek. Fijne sfeer!”

Zelfspot

Marjolijn vult aan. “Zelfspot trekt je overal door heen als medicijn. Daarom is ook Hans Dorrestijn voor mij een voorbeeld. Het onvermogen van mensen vind ik geestig. Ik speel graag types die hun best doen, desnoods tegen de klippen op. Wat ik bewonder aan Bert is de enorme vrijheid die hij uitstraalt op het toneel. Het is inderdaad – wat Bert ook zei – al doende leert men. Dit is een vak waarin je blijft leren. Ik sta binnenkort weer in Spant. Daar verheug ik me op. Om één van die vele honderden artiesten te mogen zijn, die er al 50 jaar avond aan avond komen. Een hele eer.”

 

Bert toert komend seizoen met ‘Hij wordt vanzelf moe’ door het land. Marjolijn is in Spant te zien met haar voorstelling ‘Ik zie de bui al hangen’ op dinsdag 23 april 2019.

Tekst: Freek van Mierlo
Fotografie: Sander Boer


Leuk? Lees hier al onze blogs & nieuws!

BLOGS & NIEUWS